vrijdag 13 juni 2003

Jong in Yukon



Even zuidelijk van Whitehorse is een stuwdam in de Yukon. Ernaast is een oplopende reeks kleine vijvertjes, elk zo groot als een fruitkistje, waar de zalm bij opspringt die rivieropwaarts zwemt om kuit te schieten en daarna te sterven aan een gebarsten hart. Nog zuidelijker stroomt de rivier tussen een nauwe kloof door, de Miles Canyon, in goudzoekersdagen berucht omdat het er riskant varen was. Nu hangt er een brug boven, een slingerend bouwsel van hout dat met staalkabels aan de rots vastzit, en er vaart af en toe een rondvaartbootje onderdoor.

Bij de brug treffen we (Karen uit Montreal die - ook al - schrijfster wil worden en ik) drie jongens en een meisje uit Whitehorse, ik schat ze op 15, 16 jaar. Twee van de jongens lopen in zwembroek. Want als je hier jong bent, dan spring je van de brug of de kliffen de rivier in, vertellen ze. Ik kijk naar beneden: het is een meter of tien, en het water stroomt best snel.

,,Echt waar?'', vraag ik, meer om ze zo gek te krijgen het kunstje voor mij te vertonen, want dit klinkt als een boeiende vorm van verveling. ,,Ja hoor, ik doe het zowat elke dag'', pocht een van de twee. Hij heeft een paar bijna geheelde schaafwonden op zijn gezicht, schouders en arm, maar dat was een ongelukje, zegt hij. ,,Het is nog te koud om van de brug te springen, we springen nu van de rots.'' Het water is toch overal ongeveer even koud, merk ik op, maar dat heeft met de stroming te maken. Is het zo saai in Whitehorse dat je dit doet? Ja, knikt het meisje, in Whitehorse is het erg saai.

De derde jongen sprong vroeger ook, maar nu niet meer zoveel. Hij heeft laatst wel een dronken kerel uit Ontario uit het water gevist, die van de brug was gesprongen maar niet meer uit het water kon komen, want het is echt erg steil. Hij had zich verderop aan die rotspunt daar vastgeklampt, anders was hij meegevoerd het stuwmeer in. Het meisje springt niet, zij is met haar vriendje, een van de twee springertjes, mee.

Wij gaan op de brug staan om te kijken. De twee staan op een klif, kijken naar beneden en springen dan, zonder aanloop, van de punt. De dunne lijven hangen even in de lucht en plonzen dan onder het melkig-groenblauwe water. Een eindje stroomafwaarts klimmen ze rap weer bij de rots op. ,,It's really cold'', roepen ze ons toe. De derde jongen ziet een rondvaartbootje aankomen. ,,Once more guys! For the tourists! Tourists!''. Weer snellen de twee naar de punt. In het water springen net nadat zo'n boot passeerde, dat schijnt je van het te zijn.

Wij zwaaien naar de toeristen, allemaal oudere mensen zo te zien, met allemaal dezelfde rode jekkertjes aan, om ze erop attent te maken dat hen iets bijzonders staat te wachten. ,,They are gonna jump!'', roepen we uit volle borst naar beneden. ,,Take pictures! Over there!'' Maar die domme lui zwaaien gewoon terug, of ze nemen foto's van ons op de brug. Nog een keer springen de jongens, nog eens klimmen ze omhoog, en dan komen ze met een handdoek over de schouders bij ons staan. ,,You guys are crazy'', zeg ik tegen ze, en het maakt ze alleen maar trotser. Even later zien we ze terug naar Whitehorse rijden in de auto. Ik probeer te bedenken hoe dat gaat, 's morgens: ze ontmoeten elkaar en hangen wat rond, stel ik me voor, tot iemand ineens voorstelt: zullen we naar de brug rijden om eraf te springen?

Er zijn meer vormen van vertier voor de jeugd. Dat zie ik 's avonds in het Yukon Art Centre, waar leerlingen van de High School een toneelstuk opvoeren, dat ze zowat het hele schooljaar voorbereiden. De ambities zijn hoog: het stuk is een musical gebaseerd op de Odyssee van Homerus, en bovendien gaat het over de gevaren van rijden met drank en drugs op. Het is een degelijk werk, zonder preektoontje, over een jongen die in intensive care is geraakt nadat hij dronken en stoned van de coke achter het stuur stapte met vier vrienden. De vier zijn dood, de jongen krijgt in een serie flashbacks stukjes uit zijn leven te zien. We zien ze eerst als film op het doek, en dan als scene op het podium, met rap en schaduwspel en gekke grote poppen die de dood voorstellen - heel vindingrijk allemaal. Het ongeluk ziet er op de film heel echt uit: ze kregen er van een sleepbedrijf een autowrak voor waar zich echt een dronkelap heeft doodgereden. ,,It smelled terrible'', vertelt een van de acteurs na afloop. ,,Of old blood en alcohol. The blood was still in it.''

Maar het verbazendste is dat dit geschreven is met de leerlingen zelf. In dit brave stadje Whitehorse, 22.000 inwoners, is kennelijk een echt probleem met schooljeugd die te veel drinkt en cocaine gebruikt. Na afloop van het stuk kun je vragen stellen, en een paar mensen in de volle zaal willen weten in hoeverre dit autobiografisch is, en hoe groot de druk is om mee te doen - dat soort dingen. ,,Je kunt altijd overal aankomen'', vertelt een van de actrices. Misschien kun je dan toch beter elke dag een keer of wat van de brug over Miles Canyon springen.