dinsdag 16 december 2003

Nichita



,,Santa Claus is vriendelijker dan Sint Nicolaas'', had Anca me van te voren verteld. ,,Je moet die kinderen lief behandelen.''

Het was Anca en de andere Roemenen vorige week opgevallen, dat Sint Nicolaas mensen onverbloemd de waarheid zegt - volwassenen in elk geval, die worden direct, op zijn Hollands aangepakt. Ze drukte me op het hart, om dat bij de kinderen van de militaire attaches van allerlei ambassades niet te doen. ,,Je kunt ze wel vragen of ze een liedje kennen, of een gedicht.''

Het zaaltje - een officiersclub in een park, alle kellners hier zijn dienstplichtigen - was met ballonnen aangekleed, een groot koud buffet op een lange tafel, een kerstboom in de hoek. Eerst werd de vertrekkende Chinese attache gehuldigd, toen dook het mannenkoor op, dat bestond uit jonge infanteristen in uniform. Dat hebben ze hier nog, van die militaire afdelingen die zich alleen op muziek toeleggen. De dirigente was een tengere vrouw met enthousiaste kleuterjufogen, en een gedrongen, boos kijkend mannetje zag erop toe dat de jongens geen rotzooi trapten.

Maar de bezoekers - zo'n 120 - waren meer geinteresseerd in het koud buffet, de bar en het bijkletsen dan in het koor. En zo ging het ook bij Santa Claus: 33 kindertjes stonden aandachtig om me heen op hun cadeautje te wachten, enkele volwassenen (ouders denk ik) keken, en de rest hield zich met andere zaken bezig.

Sjoerd ergerde zich er een beetje aan, mij kon het niet zoveel schelen, ik heb wel eens een persbal meegemaakt. Bovendien waren de kinderen een en al aandacht, want die hadden er een cadeautje bij te winnen.

Een klein knaapje in een oranje trui vloog al op me toe toen ik de zaal betrad, om mijn hand te schudden. Hij heette Nichita. Even later stond hij met zijn jongere broertje Teodor voor me, al vrij aan het begin. Op die vraag of hij wellicht een liedje kende begon Teodors onderlip te trillen van pure plankenkoorts. Om een huilbui in de kiem te smoren propte ik razendsnel zijn handjes vol snoep en duwde hem zijn cadeau in de armen. Nichita keek toe, boog zich naar me voorover en zoende Santa Claus op de baard.

Wat een leuk kereltje! Ik vond het gewoon jammer dat we juist voor deze Nichita een wanstaltige Spiderman-pop hadden ingepakt. ,,Daar hoef je je niet schuldig over te voelen'', zei Anca later. ,,Hij was er de rest van de avond mee aan het spelen.''