maandag 26 april 2004

Overval



In Argentinie was ik ook in het stadje Tres Arroyos, waar al meer dan honderd jaar Nederlanders wonen, of hun afstammelingen. Op de Hollandse School geven ze geen Nederlandse les meer, nadat de subsidie die wij (uit Nederland dus) gaven is ingetrokken. Maar er rennen wel blonde kindertjes op het schoolplein rond met achternamen als Tiemersma.

Dat ik er nu pas over schrijf, komt vanwege consul Ida van Mastrigt, een bijzonder vriendelijke dame die me de hele stad heeft laten zien.

Ze staat in de Clarin van vandaag, 26 april, want ze is overvallen. Afdeling politieberichten. En ze heeft me nog wel het kleine videocameraatje laten zien, waarmee ze binnen kan zien wie er voor de deur staat. Ze woont ook nog eens vlakbij het politiebureau.

Volgens het krantebericht liet ze vrijdag twee mannen binnen, omdat ze dacht dat die voor een werkvisum kwamen. Maar ze trokken meteen hun wapens, bonden haar en de werkster vast en gingen er vandoor met geld, een mobiele telefoon en geld. Bovendien namen ze zes gouden ringen mee, die ze van haar vingers hadden getrokken met zoveel kracht, dat ze sterren zag.

De krant noemt het una pesadilla que durĂ³ 40 minutos, een nachtmerrie van veertig minuten.

En dat in het vredige Tres Arroyos, met een Hollandse school, een Hollandse kerk, een Hollandse landbouwcooperatie, een Hollands-Deens bejaardenhuis en allemaal aardige tweede en derde generatie Nederlanders bij wie ik op de koffie zat. Ook daar slaat de verloedering toe.