woensdag 9 maart 2005

Schoppen




Zaterdag trof ik M. die net bij de vrouw weg is. Hij was al aan het bier geweest, zijn kennissen gingen naar huis en wij belandden in de Gloppe.

Daar spraken we over van alles en ook over relaties en geluk, fijne onderwerpen met een biertje op. Op een gegeven moment mengde zich een Australisch meisje in het gesprek. ,,Mijn vriend hier is niet gelukkig'', schreeuwde ik in haar oor, boven de plaatjes van de dj's uit. ,,Heb je niet wat tips?''

Die had ze wel, maar we verstonden er geen van beiden wat van. Ten eerste was de muziek erg luid, ten tweede was ze zo dronken dat ze tegen de vloer viel en we haar overeind moesten helpen. Haar vriend, die verderop aan de bar stond te praten, keek geamuseerd toe. Later viel ze in slaap op een barkruk als een slappe pop, het hoofd op de borst, de armen hingen aan weerszijden naar omlaag.

,,Grappig was dat Australische mens'', zei ik een paar dagen later tegen M. ,,Vond je niet?''

,,Ik kan me daar niets van herinneren'', zei M. ,,Wat voor Australisch mens?''

,,Die vrouw die met ons stond te praten'', zei ik.

Het daagde hem een beetje.

,,Ze viel zelfs op de grond, zo dronken was ze'', hielp ik.

,,Daar weet ik niks meer van'', zei M.

,,We hebben haar nog overeind geholpen.''

M. schudde zijn hoofd en vroeg toen verschrikt: ,,Ik heb haar toch niet geschopt?''

Zo'n reactie, daar kun je echt van opkijken.

vrijdag 4 maart 2005

Grote avonturen in de huishouding




Van de week vertelde Wietze Landman, onze fotograaf, dat zijn moeder vroeger op de boerderij als een kind zo blij was als het ging sneeuwen. Dan gingen alle perzische kleden naar buiten, daar ging sneeuw overheen, en daar werden ze heel schoon van.

Daar had ik nog nooit van gehoord, maar het leek me een experimentje waard. Zeker toen ik op internet ook nog van een tapijtverzamelaar uit Minnesota las, die het ook altijd zo doet. Gewoon inwrijven met harde en zachte borstels en uw tapijt is weer als nieuw!

Eerst ging de kleine pers naar buiten, die nog van pake en beppe is geweest en die in de kamer op het kelderluik ligt. Hup! Sneeuw erop geschept, flink bezemen, en uiteindelijk het kleed op de zijkant gezet, beetje vastgehouden en met de achterkant van de stoffer alle sneeuw er weer af geklopt.

Het kan mijn verbeelding zijn, maar de kleuren zagen er echt dieper en voller uit. De sneeuw was grijzig geworden, dus er is stof en vuil afgekomen. En het grootste mirakel: het kleed was na afloop nog zo droog als wat.

Overmoedig geworden, sleepte ik het kleed dat voor de bank ligt naar buiten. Dat is geen pers, maar een kleed naar een schilderij van Paul Klee. Paul Kleed, dus. Het is ook veel groter dan de pers, maar paste nog in het tuintje.

Ik wist nu hoe het moest, dus Hup! Gul sneeuw erover. En dan bezemen, bezemen, bezemen, wat best warm werk is.

Maar toen deed zich een probleem voor. Dat kleed is heel groot: daar klop je niet zo een twee drie de sneeuw van af. Je zet het ook niet zomaar op de brede zijkant tegen de buitenmuur, dan knakt het, als het ware: een deel staat min of meer tegen de muur, al krullen de punten naar binnen, het andere ligt plat op de grond. Dus valt de afgeklopte sneeuw op het ingeknakte stuk van het kleed, zodat je het dan weer andersom tegen de muur moet zetten. En zo voort.

Uiteindelijk, toen mijn vingers pijn begonnen te doen van het slaan en het steeds kouder en zwaarder wordende kleed, heb ik het naar binnen gesleept. Ik kreeg het niet eens meer behoorlijk opgerold. Al slepend trok ik binnen lege flessen en stoelen omver, maar het kon me niet meer schelen. Ik heb het zo in de kamer neer gelegd.

Het kleed is nu nat, van de restjes sneeuw die er nog aan kleefden, zodat ik het met oude kranten heb afgedekt.

We zien wel. Maar die onpraktische oud-Hollandse huishoudtrucjes zijn niet voor niets door bijna iedereen vergeten.