vrijdag 6 oktober 2006


Parker duofold

Net had ik alles opgeschreven dat me van belang leek over dat festival op Schiermonnikoog, ging mijn balpen stuk. Nou, dan koop je een andere, zou je zeggen, maar met mijn pen zit het anders, zoals ik hier al eens eerder schreef.

Dit is een Parker Duofold, de opvolger van de Parker Duofold balpen die ik in 2003 in een bioscoop in Seattle vond en die in 2005 de geest gaf. Hij ligt lekkerder in de hand dan gewone pennen, er zit geen knopje aan maar je moet aan de dop draaien.

De opvolger, die dus anderhalf jaar is geworden, is meegeweest naar Griekenland, naar Oerol, naar Boekarest, naar Boedapest, naar Berlijn, naar New York, naar Curacao, naar Ameland, naar Lowlands, naar alle klussen van de krant en naar de school voor journalistiek in Zwolle.

Want als ik me een keer aan een pen hecht, dan is het een serieuze relatie. Hij zit permanent in mijn broekzak en als ik denk dat ik hem niet bij me heb, krijg ik een koud paniekgevoel in mijn maag. Ik weet, het is kinderachtig, maar het is nu eenmaal zo. Een pen is belangrijk.

Maar helaas (zie foto).

De patiƫnt is nu onderweg naar de Parkerfabriek in Engeland., die dan - de vorige keer tenminste - een nieuwe terugsturen. Er is levenslange garantie op, vertelden ze toen. Raar idee, eigenlijk. Als ik dood ben, kan iemand anders deze pen, als hij stuk is, blijven omruilen voor een nieuwe.