zondag 29 juni 2008

De sterkste kleuter van de wereld



Dit is Adriaan. Omdat hij zijn vader Jaap kan optillen, noemde zijn moeder hem gisteren ,,de sterkste kleuter van de wereld''. Daar werd Adriaan boos over, want hij is al zeven.

Dat was allemaal bij Johannes thuis, die alweer jarig was: hij werd het kwadraat van 7 en het kwadraat van 2. Johannes is drie jaar ouder dan ik, twee jaar ouder dan Jan Visser, maar het relatieve verschil was vroeger op de studentenflat veel groter.



Een deel van de tijd waren we op het veldje achter, want tot grote vreugde van Adriaan heeft Johannes altijd heel interessant spul in huis.



Zoals nu weer een op afstand bestuurbaar vliegtuig van piepschuim, dat wat te windgevoelig is om er een oorlog mee te winnen. En twee walkie-talkies van de Intertoys, die het verrassend goed doen. Adriaan kreeg het vliegtuig uiteindelijk mee, dus het drijft nu waarschijnlijk al in een Amsterdamse gracht.
Take time to know him



Mevrouw Percy Sledge, die van zichzelf Rose heet, heeft lange, glitterig gelakte nagels. Daardoor houdt ze alle dingen een beetje vreemd beet en daar zal het aan liggen dat de foto die ze - met mijn toestel - van mij met haar man maakte er niet erg scherp is uitgekomen. Maar ja, als journalist hoor je natuurlijk eigenlijk ook niet met het onderwerp van je verhaal op de foto te gaan.

woensdag 25 juni 2008

Stuiterkuikens en babyvest




De kijkers in Assen reageerden eigenlijk niet eens zo op de filmpjes van kunstenares Mathilde Hemmes, gisteravond. Daar was een programma met meer van zulke films, en een forum achteraf, waar ik in zat. Zo draaide er Hemmes' filmpje met stuiterkuikens - dode kuikentjes met een balletje erin genaaid, die in slowmotion stuiterden - en het filmpje van de slapende baby Aimee in een jasje van kuikenbont, met een kraagje van kuikenkopjes.

,,Was dat eigenlijk je eigen baby?'', vroeg ik.

,,Nee, maar ik had grote moeite een baby te vinden'', zei ze.

,,Jeukte dat jasje niet heel erg?''

,,Welnee, het was aan de binnenkant heel zacht gevoerd, het voelde heel lekker.''




Auto-advies

Bij de weg uit Assen stond een jongen van in de twintig in de berm met beide handen naar de auto's te zwaaien. Ik stopte. Hij bleek te staan liften, hij moest naar Groningen.

,,Dat deden we vroeger met de duim'', zei ik.

,,Echt waar?'', vroeg hij alsof ik iets nieuws vertelde.

Het was een welopgevoede, licht ballerige jongen die zich meteen voorstelde als Thomas en een heel gesprek over werk en woonplaats begon. Hij werkt bij een grafisch ontwerpburo'tje - hij maakt visitekaartjes en flyers voor bevriende dj's - en doet er een opleiding naast. Hij woont op zichzelf in Assen waar af en toe zijn moeder langskomt, die het er gewoonlijk maar een bende vindt.
Ergens halverwege zei hij: ,,Je moet wel een andere auto kopen.''

,,Waarom?'', vroeg ik.

,,Deze motor maakt wel verschrikkelijk veel lawaai. We rijden maar 120 en het klinkt als 200. En voor het werk dat je doet lijkt zo'n auto me ook niet erg representatief.''

,,Wil je nu een lift naar Groningen of niet'', zei ik een beetje geprikkeld. Nee, die wilde hij wel. Nu ging hij op stap, naar de Blauwe Engel, want daar kun je elke dinsdagnacht onbeperkt bier drinken voor 15 euro. Ik mocht wel mee als ik wilde.

,,Wat voor auto zou jij kopen als geld geen rol speelt?'', wilde ik weten.

,,Een Mini Cooper'', zei hij dadelijk. ,,Cabriolet. En als ik veertig wordt een BMW of Alfa Romeo. Die zijn ook cool.''

zondag 22 juni 2008

Niveau bekertjes




,,Wat is het niveau, Andries'', vroeg Christien vanmiddag, die de koffie en de drankjes doet in debatcentrum De Bres. ,,Papieren bekertjes of kopjes?''

Andries Veldman wist niet dat die twee niveau's bestonden in zijn eigen debatcentrum. Er zou een debat komen, titel Komt dit wel goed?, over het kunstklimaat in Friesland. Er kwamen kunstenaars, een galeriehouder, een mevrouw van de FNV en zo nog wat betrokkenen. Ik zou de boel aan elkaar praten en ook nu en dan de wind van voren krijgen, want de Leeuwarder Courant, daar heeft niet iedereen het op begrepen.

,,Doe maar bekertjes'', zei Andries.
One planet



Of ik architect was, wilde een mevrouw weten, die zelf in de handel in duurzaam hout zat. Ik probeerde om haar heen het scherm in de gaten te houden, waar de tweede helft op te zien was van de voetbalwedstrijd Nederland-Rusland.

Want het was Nacht van de Architectuur in het HCL in Leeuwarden, met lezing en al, maar veel bezoekers waren er niet (vijftig, workshopstudenten meegeteld) en het gesprek kwam steeds op het voetbal terug. De bezoekers werden voor hun keuze beloond, iedereen kreeg een felgroen petje (made in china) en het bier en de hapjes voor een publiek van minstens tweehonderd uitgehongerde bouwkunstliefhebbers waren gratis.

Zelfs architect-goeroe Thomas Rau maakte in zijn praatje over 'oneplanetarchitecture' toespelingen op het voetbal. 'Oneplanetarchitecture' is een moderne kijk op bouwen, met gebouwen die hun eigen energie leveren, van gerecycled of in elk geval vriendelijk bouwmateriaal. 'Duurzaam bouwen' - dubo voor insiders - is Rau nog te simpel. Duurzaam bouwen is seks, vergeleek hij, oneplanetarchitecture is liefde.

Hij zei ook: ,,Wij zijn allemaal hoog opgeleide mensen, maar niemand van ons kan een boom maken.''

,,Dat kunnen we wel'', zei de vrouw me in de pauze, die net zo lang duurde als de tweede helft. Want ook deze hoog opgeleide mensen wilden het voetbal zien, een medewerker van Rau had zelfs een oranje pruik meegebracht.

Een enkeling interesseerde het niet, zoals Nynke Rixt Jukema, de jonge Friese ster aan het architectenfirmament.

Ook de duurzame houtvrouw praatte door of er niks aan de hand was. ,,We kunnen een boom bouwen, door hem te laten staan'', zei ze. Ik knikte en zag achter haar hoe Edwin van der Sar een doelpunt voorkwam. Ze ging door over de ontbossing in Brazilie die je op Google Earth duidelijk kunt zien, de machteloosheid van de politiek, een project in Ghana waar ze bij betrokken was.

,,Ik ga even een nieuw biertje halen'', zei ik.

Daarna kwam er verlenging, maar we moesten door met de architectuur. Dus sprak spreekstalmeester Jaap Jepma af met de techniek dat die het grote scherm op de wedstrijd zouden zetten als daar iets bijzonders gebeurde, terwijl de workshopstudenten de ontwerpen voor vier 'kraamhotels' uitlegden, die ze hadden gemaakt.

Al tijdens kraamhotel # 1, op het Wad gesitueerd, was het raak. Het scherm flitste aan en allerlei Russen buitelden blij over elkaar. 2-1 voor hun.

Bij kraamhotel # 2, in de Sinai-woestijn, ging het scherm weer aan. Uitzinnige, halfnaakte Russen sprongen op en neer op de tribune. Het was 3-1.

De medewerker van Rau smeet zijn oranje pruik op de grond. Kraamhotel # 3 (vulkaaneiland Lanzarote) en # 4 (de toppen van de Alpen) werden door een wat stil zaaltje bekeken.

(De foto met Thomas Rau en wethouder Yvonne Bleize kreeg ik van Harm Okkema, dank)

zaterdag 21 juni 2008

Echte kenners




,,Vrouwen zijn veel fanatieker als ze naar voetbal kijken dan mannen'', zei iemand, ik weet niet meer wie, in de kelder van het Sminiahuis dinsdagavond, vlak voor Nederland tegen Roemenie speelde.


De wedstrijd werd ook daar op een groot doek vertoond (met een tv tel je niet meer mee) maar het was een stuk rustiger dan in de cafes waar ik de eerdere twee wedstrijden zag.



Ik zou haast willen zeggen beschaafd, zij het dat Daniel in het oranje was en een megafoon had meegenomen die uit zichzelf 'Olee, Olee, Oleejolee' kon zingen. Jan (op de foto) had hem vrij snel in beslag genomen.



Het was wat een saaie wedstrijd, wat Klaas Jan Huntelaar al aan had zien komen, want hij hield de hele tijd zijn pyjamajasje aan.

De dames waren fanatiek, maar ook niet overdreven. Toen ergens in de wedstrijd ene Mario Melchiot uit de hoge hoed werd getoverd, zei een van hen:

,,Wie is dat nou weer?''

,,Die hebben ze gewoon uit het publiek gehaald'', wist een ander.
Rin Tin Tin op Terschelling




Dit is verteller Anton Groothuis, die met pianobegeleider Yvo Verschoor op Terschelling 'The night cry' vertoonde. Dat is een stomme film uit 1926 met de legendarische herdershond Rin Tin Tin. En de getrainde condor Bozo, maar die is niet legendarisch.

Rin Tin Tin wordt vals beschuldigd van het doodbijten van lammetjes (dat deed die condor dus, de boeren kunnen blijkbaar het verschil niet zien tussen een hondenbeet en een condorsnavel), hij moet afgemaakt worden. Zijn eigenaar kan dat niet over zijn hart verkrijgen. Gelukkig maar, want daardoor kan Rin Tin Tin in een mooie finale een klein meisje redden, dat door de hongerige condor hoog de rotsen in gesleept is.

Echt subtiel is de film niet, maar hij kreeg het publiek goed mee. Een wat simpele jongen met een petje op naast me kon zich bij de cliffhangers amper beheersen. Toen Rin Tin Tin een slechterik die hem alsnog wilde doodschieten tegen de schoorsteenmantel gooide, zodat de man knock out ter aarde viel, riep de jongen: ,,Klaar!''

Volgens mij voelde iedereen zich net zo opgelucht, maar durfden ze dat minder goed te uiten.

dinsdag 17 juni 2008

Tod und Verklärung



Ik had net een telefoontje van iemand die me dood wil hebben, althans, een dame die me een brochure wil opsturen van een uitvaartvereniging. Ze zei haar naam erbij, en herhaalde die aan het eind van het gesprek, dus het zal wel opgenomen zijn, want dat doen die achterbakse griezels.

Ze wilde me een brochure toesturen, dus moest ze even checken of alle gegevens wel kloppen. Ben ik de heer A. Walthaus? Dat kon ik niet ontkennen. Volgde mijn adres, dat ook juist was.

,,En u bent geboren in 1979?'', ging ze door. Hoe kom je erbij, dacht ik, maar ik zei: ,,Ja dat klopt.''

,,Aha, op 18 november?'', vroeg ze door. Ook helemaal naast, maar ik zei weer dat het correct was.

,,Dus u bent 29 jaar?'', vroeg ze. Ik moest snel even rekenen, want je wilt bij zo iemand niet tegen de lamp lopen.

,,Dat is correct'', zei ik. Later realiseerde ik me pas dat het niet kan, want het is nog geen 18 november geweest, ik had 28 moeten zeggen.

,,Bent u de heer A. Walthaus?'', wilde ze weer weten. Vermoedelijk was ze nu achterdochtig geworden.

,,Nog steeds'', zei ik.

,,Dan komt de brochure binnen enkele dagen bij u.'' En ze herhaalde haar naam, Ida of Sieta of zo. Ik heb een hekel aan die vervelende bellers, maar iemand die me zowel een mooie begrafenis toewenst en me in een adem door twintig jaar jonger maakt heb ik niet dagelijks aan de lijn.


Aanmeren, afmeren

Als de tros wordt losgesmeten, heb ik als landrot altijd gedacht, is een boot aan het afmeren. Aanmeren daarentegen doet hij als hij naar de kade vaart om er aan te leggen. Maar op de nieuwe snelboot van Doeksen, de Tiger, wordt de indruk gewekt dat afmeren iets heel anders is: daar ben je mee bezig terwijl je aanmeert, zo lijkt het als je de tekst op het beeldscherm leest. Zoiets zou je eens aan een zeeman moeten vragen, maar die lacht je vermoedelijk in je gezicht uit.

PS

Iemand met de onwaarschijnlijke naam Anders Webdesign reageerde op bovenstaand bericht met een digitaal knipsel uit NRC Handelsblad.

Tot slot het woord aan Wiebe Pronker uit Roelofarendsveen: ,,Ik heb een vraag over het gebruik van de woorden aanleggen en afmeren en het gebruik van aanmeren. Als zeiler heb ik bij deze woorden de volgende associatie: Aanleggen: De actie om met een boot of schip naar de kant te varen en contact met de wal te maken om daar vast te leggen. Afmeren: Het deugdelijk vastleggen van een boot of schip (landvasten en springen, stootwillen etc.). Mijn vraag is nu: Is het woord aanmeren nu een contaminatie, is het synoniem met of heeft het nog een andere betekenis dan aanleggen? Als het een contaminatie is, is dit dan van recente tijd of ook al van vroeger het geval? Op mij komt het over dat ik het woord aanmeren steeds vaker tegenkom maar dat kan natuurlijk een gevolg zijn van het feit dat het me eenmaal echt opgevallen is.''

Antwoord: Nee, aanmeren is geen contaminatie, geen foute mengeling van twee andere woorden. Het is ook zeker niet nieuw; het is al aangetroffen bij Vondel, in de zin: ,,Hier leght geen moede kiel noch zeejaght aengemaert, Of rijdt op anckertou.'' Het hierboven reeds genoemde WNT, het wetenschappelijke woordenboek van het Nederlands, kent het als variant van aanmaren, dat inmiddels is verdwenen. De Grote Van Dale (2005) geeft als definitie van aanmeren: '(mbt. een schip) afmeren, meren'. Volgens het WNT betekent het 'Een schip in de haven vóór en achter vastleggen, hetzij aan palen of aan uitgebrachte ankers.'


Blue or orange?




Zo'n voetbalwedstrijd als Nederland - Frankrijk heeft op zich niks met Oerol uit te staan, maar veel Oerolgangers gingen er wel naar kijken. Collega Marco Wijers van de Telegraaf, die ik vrijdagavond voor de opening op het Westerkeijnterrein trof, had onder zijn gewone kleren een oranje T-shirt aan, dat gaf de algehele instelling wel aardig weer. ,,Maar ik ga dit weekeinde wel zes voorstellingen per dag zien hoor'', zei hij.

Daarna keek iedereen naar de opening, met eregast Robert Wilson, die voor Oerol een wandeling heeft ontworpen waar de bezoekers met een stap per seconde doorheen gaan. Toen liep het terrein geleidelijk leeg.

Ons hotel, het deftige Paal 8, leek me niet geschikt om voetbal te kijken. Maar de cafes in Midsland (wanneer gaan cafes met elkaar afspreken om Live Op Groot Scherm af te korten tot LOGS? Scheelt een hoop ruimte op die schoolborden) waren zo gevuld, dat je er bij een aantal niet meer naar binnen mocht. Brandgevaar.



Op straat was het bijna uitgestorven, er wapperden alleen wat oranje vlaggetjes. Wel klonk overal het geluid van veel te hard staande televisies.



Uiteindelijk schuifelde ik binnen bij Het Wapen van Terschelling, zo'n cafe met een afdakje boven de bar, en ouderwetse koffieketels en gereedschap aan de muur. Het grote scherm met live voetbal was ertussendoor nog net te zien.



Het was te druk om leuk te zijn, dus na de wedstrijd stapte ik op de fiets terug naar het hotel. Daar bleek toch een groot scherm te staan, versierd met 1 oranje slinger. Er zat een man naar de nabeschouwing te kijken die sprekend op Peter de Haan leek. En hem ook nog was.

,,Die Amerikaan logeert hier ook'', vertelde hij. ,,Die Wilson. Hij heeft nog een tijdje mee zitten kijken. Maar ik geloof niet dat hij er veel van begreep. Op een gegeven moment vroeg hij wie Nederland was, the blue shirts or the orange shirts.''

De oranje slinger was aan Wilson niet besteed geweest. Ik had spijt, dat ik niet gewoon in ons hotel ben gaan kijken, want daar was de perfecte mengeling van Oerol en EK.

zaterdag 14 juni 2008

The flying man

De bus op Terschelling moest heel hard remmen, want voor ons stopte ineens een auto om linksaf te slaan. Twee kinderen begonnen van schrik te huilen en een oudere heer, die ergens achterin zat, gleed door het gangpad helemaal tot aan de chauffeuse aan toe. Hij kwam als een projectiel voorbij en schampte het been van een mevrouw, die daar later erg last van had.

,,The flying man!'', riepen zijn zoons, want we waren net een soort kermistent gepasseerd, een Oerolact vermoedelijk, waar die naam op stond. De man lachtte wat wrang.

Later in het hotel vertelde hij, dat hij er veel last van had. Hij was met een klap op zijn schouder terechtgekomen, en daar werd hij begin juli al aan geopereerd omdat er twee pezen gescheurd zijn.

Vanmorgen bij het ontbijt vertelde hij, dat het nog pijn deed en hij er slecht van had geslapen. Inmiddels had hij ook last van zijn 'goede' schouder.

,,Maar ik heb geloof ik niks gebroken'', zei hij fleurig. ,,Woensdag ging ik toch al naar de dokter, ik laat me er het weekeinde verder niet door bederven.''

vrijdag 13 juni 2008

Leaver dooier as slaef



Op het Zaailand, zo was de bedoeling van Marten Winters en Marijke Roskam, zou gisteren de zin Kan Het Nog Dooier gelegd worden, met mensen die de letters vormden. Voor de K van Kan zijn er bijvoorbeeld vier nodig, voor de A vijf en zo voort, in totaal 81.

Dat van die dooier is een grap, want op het Zaailand liggen op het ogenblik reusachtige gebakken eieren, sunny side up, zoals de Amerikanen zeggen. Ze zijn bedacht door kunstenaar Henk Hofstra.

81 mensen waren er lang niet, al liepen er wel allerlei nieuwsgierigen rond. Toen Marijke er met een megafoon op uitging om druk uit te oefenen op koopavondbezoekers hielp dat maar een beetje.



Ze had mij gebeld of ik een woord wilde neerleggen, daar leek ik haar wel geschikt voor. Ik koos voor Dooier, want ik heb graag het laatste woord, en had het eigenlijk vlot liggen, al waren de beschikbare mensen toen ook op, zelfs burgemeester Ferd Crone, die eigenlijk alleen maar even was komen kijken. (Deze foto kreeg ik van Huub Mous, die er ook tussen lag. De foto boven met mij als tweede schaduw van links maakte ik pas na afloop).

Met hangen en wurgen werd het woord Nog bij elkaar gescharreld - dat moest dan uiteindelijk de hele zin maar zijn, Nog Dooier. Er is een foto van, gemaakt vanaf het dak van het justitiegebouw. Hopelijk is het leesbaar.

De foto



De foto werd me zojuist gemaild. Het is nog best leesbaar geworden, vooral het woordje dooier, al zeg ik het zelf. Ik lig rechtuit, bovenin de G.

dinsdag 10 juni 2008

Hij is zo knap, hij is zo mooi



In de Ierse pub in Antwerpen waar ik de voetbalwedstrijd Nederland-Italie keek, zat een man met een Italieshirt, tussen heel veel Nederlanders met oranje shirts, veel kabaal en een toeter die overal bovenuit kwam. Voor zo'n Italiefan moet dat naar zijn, zeker als er voor de pauze al twee Nederlandse doelpunten gemaakt worden.

,,Dat eerste doelpunt was eigenlijk buitenspel'', zei de Italiaan in de pauze. Hij was gewoon een Vlaming.

,,Die Italiefan zegt dat dat doelpunt van Van Nistelrooy eigenlijk buitenspel was'', zei ik tegen de man met de toeter.

,,Ja duidelijk'', beaamde de toeteraar. ,,Maar de Italianen hebben altijd zoveel voordeeltjes gehad, nu mogen wij ook wel eens.''



Afgezien van de toeteraar was het gezelschap in de Ierse pub heel rustig. Tuurlijk werd er ,,Oeh'' geroepen als er bijna een Italiaans doelpunt werd gemaakt en bij de Nederlandse doelpunten werd gejuicht, maar verder bleef het kalm. Registeraccountants op vakantie, daar had ik de meesten op.



Op de Groenmarkt was weinig te merken van de Oranje-overwinning, al waren er bij de pizzeria's op de hoek wat discussies tussen Nederlanders en het pizzeriapersoneel. ,,Het was geen buitenspel'', hoorde ik een oudere heer met een oranje kralenketting om zeggen. Zijn vrouw stond ernaast te knikken. Voor de kathedraal schopte iemand tegen een bal, verderop op een terras stond de televisie luid aan, met een Duitstalige analyse van de zojuist gespeelde wedstrijd.



Maar toen passeerde ik de Lawine, vlakbij het stadhuis. Een apresskibar die helemaal oranje was versierd met vlaggetjes, vloerbedekking en kleedjes op de terrastafel. Het Wilhelmus met een beat eronder denderde naar buiten, gevolgd door Andre Hazes en een lied met de tekst: ,,Hij is zo knap, hij is zo mooi, ja hij is Ruud van Nistelrooy.''



Het publiek was ook grotendeels in oranje. Zo stond er op de stoep een forse oranje man, met een oranje kind in een wandelwagen blij met een biertje te zwaaien. Nergens was de oranje moeder te bekennen.

,,Bent u niet blij?'', vroeg hij.

,,Dat eerste doelpunt was buitenspel'', zei ik, want ik hou wel van glad ijs.

,,Wat geeft dat'', zei de oranje man. ,,Anders was het nog 2-0 geweest!''







Het was duidelijk: hier had ik eigenlijk moeten kijken, tussen de oranje slingers en pruiken. Er gingen de hele tijd meters bier heen en weer, en ik kreeg een biertje van de barman, die me vermoedelijk voor een persfotograaf hield.

Een paar mensen hadden de eindstand op hun T-shirt geschreven, maar met balpen, zodat er niks van te lezen was.

,,Ik heb wel een viltstift bij me, voor textiel'', zei ik tegen een jongen uit Zwolle, die me net had uitgelegd dat het helemaal geen buitenspel was, dat eerste doelpunt. Die viltstift is nog van ons bezoek aan Jopie Heesters, maar dit terzijde.



De Zwollenaar ging meteen aan de gang met het T-shirt van een maat. Dadelijk meldde zich een meisje, dat al gehoord dat hier een echte viltstift was. Mensen zijn soms slecht op deze dingen voorbereid.



De Zwollenaar durfde ook nog een voorspelling aan: als Nederland over twee weken tegen Frankrijk speelt, winnen ze met 5-0.

,,Je bent gek'', zei ik. Niet dat ik er verstand van heb, maar dit klinkt buitensporig.

,,Nee hoor, echt waar'', hield hij vol en schreef het meteen op het T-shirt van een vriend, die er eigenlijk niet meer tekst op wilde omdat er nog andere wedstrijden komen.

,,Als Nederland-Frankrijk straks gespeeld wordt, zul je hier nog aan denken'', zei de Zwollenaar. ,,Dit is een primeur.''

maandag 9 juni 2008

Een hele voyage



,,Woont u al lang in Antwerpen'', vroeg ik aan een oude dame aan de ontbijttafel in Hotel Granducale. De ontbijtzaal is een grote huiskamer met een piano, een open haard, een zitje, een serre en houten beelden van herten met jongen. De radio stond op een klassieke zender.

,,Mijn hele leven al'', zei ze bedachtzaam. Ze sprak steeds bedachtzaam, smeerde haar broodjes bedachtzaam en roerde bedachtzaam in haar koffie. Ik denk dat ze de moeder van de hoteleigenaars is.

,,Ik ben al 76'', voegde ze eraan toe.

,,Dat is u niet aan te zien'', zei ik, deels als compliment, deels omdat het zo is.

,,Mijn moeder werd 98'', vertelde ze.

,,Dan heeft u nog een mooi stuk voor de boeg'', zei ik.

,,Dat hoeft van mij echt niet'', zei ze.

,,Het gaat erom dat het hier goed is he?'', voegde ze na een tijdje zwijgen toe, terwijl ze daarbij op haar hoofd klopte.

,,Mijn moeder heeft vijftien jaar lang gezegd dat ze wilde dat ze dood was. Maar dat heb je niet in de hand.''

Na nog wat stilte vertelde ze, hoe ze wekelijks bij haar moeder op bezoek ging, toen die in een verzorgingshuis zat. Zij hadden hun auto toen al weggedaan, zodat zij eerst een stuk met de trein moest, dan met de bus en dan weer met de trein. ,,Dat was een hele voyage.''

Haar broer, die elf maanden jonger was dan zij, had wel een auto. Hij kwam ook wel op bezoek bij zijn moeder, maar hoogstens eens in de drie weken.

,,Maar mijn moeder zei tegen mij, u komt hier niet vaak.''

Daarna was ze langdurig bedachtzaam stil, roerde in haar koffie en depte af en toe haar ooghoeken met een klein zakdoekje uit haar handtas.

zondag 8 juni 2008

Een feestje, waarschijnlijk




Op de Volksstraat in Antwerpen, niet ver van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, lagen rozenblaadjes op de straat. Ze zagen er nog vers uit, hier was duidelijk pas een feestje geweest.



Dat bevestigde de glascontainer om de hoek. Er was verder niemand te zien, maar dat zou ook echt verbazingwekkend zijn geweest.

vrijdag 6 juni 2008

Natuurlijke historie



,,Je wilt niet elke twee jaar een dode hamster weggooien toch'', zei de mevrouw op de fiets achter me bij de geldautomaat. ,,Dat is elke keer huilen.''

Ik keek om, ik dacht dat ze het tegen mij had. Er was niemand te zien en ze hield ook geen mobieltje vast, maar onzichtbaar achter haar bleek een kind op de pakjedrager te zitten.

,,We hebben het over hamsters'', legde ze uit. ,,Die leven nooit langer dan twee jaar, dan krijgen ze kanker. Dat komt van de incest.''

Ze lachte schamper om zoveel domheid bij die hamsters. Ik had mijn geld inmiddels.
Vreemde eenden



Wie door Leeuwarden vaart op zo'n platte praam ziet nog eens wat. Gisteren deed ik dat met collega's, en onderweg waren er niet alleen eenden, bijzondere begroeiing op het Naauw, huizen van weer andere collega's, nooit voltooide cafes naar Utrechts voorbeeld en de Langste Pijp van Europa (60 meter, als ze de vuurtoren van Ameland er plat op de grond naast leggen is-ie korter), maar ook interessante junks, bij het gebouw dat vroeger van de Amro-bank was.

woensdag 4 juni 2008

EK



Het slaat overal toe, zelfs op de krant. Hier zien we iemand in een pak dat een ballon is, opgeblazen met een meegeleverd pompje dat op vier 1,5 voltsbatterijtjes werkt. Ik bood hem geld om met dit pak aan vanavond naar de film te gaan, maar dat ging niet door.

maandag 2 juni 2008



Dertigduizend mensen in Noord-Nederland worden regelmatig onderzocht, voor een breed opgezet bevolkingsonderzoek van het UMCG naar chronische ziekten en ik ben nu een van hen. Hier lig ik in een raamloos kamertje in Drachten met een reeks lekker koude zuignapjes op mijn borst, die bezig zijn een hartfilmpje te maken.

Heb ik dan een chronische ziekte? Welnee, maar zo'n onderzoekje is altijd leuk.

,,U moet zometeen wel uw fototoestel wegdoen'', zei Aafje, die het onderzoek deed. ,,Want het geeft een enorme uitslag op de monitor.''

Het draaide om bloeddruk (10 keer), lengte, gewicht, het hart dus en de longinhoud, waarvoor je met uiterste kracht op een buisje moet blazen met een clip op de neus (5 keer).

,,Toe maar! Toe maar! Ga maar door! Er komt nog steeds lucht uit!'', riep Aafje daarbij als aanmoediging, terwijl ik me de kop bijna uit elkaar blies. Net een sportwedstrijd.

Daarna was er zo'n intelligentietestje waarbij een reeks plaatjes moest worden afgemaakt en een psychologische ondervraging. Of ik wel eens paniekaanvallen krijg in afgesloten ruimtes waar ik niet uit kan en of ik er erg tegenop zie om in de belangstelling te staan. Ik vond het hier juist heerlijk.

zondag 1 juni 2008

Geen lepel





Een filmliefhebber (wat zou het anders kunnen zijn?) heeft onlangs 'There is no spoon' geschilderd op een wand waar de Oostergoweg de Schrans kruist. Er staat een vorkje naast, dat is een beetje jammer, maar verder is het een mooie filmkwis in de open lucht.



Makkelijk natuurlijk, maar nu de vervolgvraag voor gevorderden: in welke film wordt soldaat Spoon door weerwolven verslonden, zodat een van zijn kompanen meldt: ,,There is no spoon''?