woensdag 30 december 2015

Taal van de karakterboot



I. Af en aan

De boot die om half zeven 's ochtends van Ameland vertrekt schijnen ze de karakterboot te noemen. Want half zeven, dat is erg vroeg.

Er zaten dan ook maar een paar mensen op, onder wie Paulus. De boot had nogal wat vertraging (,,dat is gratis ontstressing", zei Paulus) maar na anderhalf uur verscheen dan toch bovenstaande tekst op de schermen, die betekent dat we er haast zijn.

,,Er staat dat de boot afmeert", zei Paulus. ,,Maar moet het niet aanmeren zijn?"

Zeven jaar geleden had ik me dat ook al eens afgevraagd, zie mijn blog hier. Ik zat toen op de boot van Terschelling, waar op het scherm stond: ,,De boot gaat aanmeren. (...) Wilt u op uw plaatsen blijven zitten tot de boot is afgemeerd."

Eerlijk gezegd weet ik het verschil nog steeds niet. De taalgids van Onze Taal zegt dat het tegenwoordig allemaal hetzelfde betekent en je vroeger aan het woord 'meren' al genoeg had, want dat betekende vastleggen van een schip. Vandaar meerpaal.

II. Meewerkend voorwerp

Meer taal. Er staat ook Automobilisten en fietsers worden verzocht zich naar het autodek te begeven. Tegenwoordig is dat redelijk ingeburgerd, maar vroeger op school kwam er een dikke rode streep door. Want automobilisten en fietsers zijn niet het onderwerp van de zin, maar het meewerkend voorwerp. die persoonsvorm worden had wordt moeten zijn.

Zet het weggelaten woordje aan er maar voor, dan is het meteen duidelijk. Aan automobilisten en fietsers wordt verzocht zich naar het autodek te begeven.

Tot zover de karakterboot.