zondag 22 mei 2016

Allemaal vintage

Het programma Wisecrackers met muziek uit films van Robert Wise, bewerkt door Frans Vermeerssen, werd uitgevoerd in Vera vanmiddag.

De zaal zat lekker vol en bij mijn inleiding kreeg ik het publiek, het oudere deel althans, ook nog een klein beetje aan het meezingen met een stukje Favourite Things  van The Sound of Music.

Toen ik over Franz Waxman vertelde, die de muziek had geschreven bij de onderzeeërfilm Run Silent, Run Deep, zei ik erbij dat die vooral bekend is, achteraf, vanwege zijn thema voor Peyton Place. Waar vroeger al onze moeders en oma's naar keken, maar dat zei ik er niet bij, want het oudere deel van het publiek zat alweer te knikken. Het was een fijne uitvoering, vooral de Mambo uit West Side Story kwam er lekker pittig uit.

Na de uitvoering dronk ik nog wat met Rik en Iris in Wadapartje, zo'n hip allegaartje-café waar elk tafeltje, elke lamp, elke wandversiering te koop is. Niet goedkoop ook, trouwens.

,,Zulke lampen hadden wij thuis vroeger ook'' wees Rik. ,,Allemaal vintage.'' Hij ging in een adem door: ,,Jij bent ook helemaal vintage. Alles wat je hebt ook.''

Waarna zich een gesprek ontspon over het verschil tussen vintage en retro. ,,Retro, dat is jaren zeventig en tachtig'', zei Iris. ,,Ouderwetse mode. Vintage is meer schattig, meer iets voor meisjes.'' Poesiealbumplaatjes vond ze het toppunt van vintage.

Rik had zijn mobieltje aangezet en het verschil bleek helder. Vintage, dat is wat vroeger tweedehands heette, retro is iets dat nu gemaakt is maar er ouderwets uitziet.

,,Ben ik nu retro of vintage'', wilde ik weten, want daar was het om begonnen en we hadden tenslotte net een programma met oude films achter de rug. ,,Ik vind je meer retro'', zei Iris. Dat vat ik maar op als: van nu, maar ouderwets. Altijd nog beter dan tweedehands.

dinsdag 10 mei 2016

Nesteldrang en nazorg

Vanmiddag toen ik naar huis liep passeerde ik deze VW Golf.

Onder de ruitenwisser wapperde het briefje van de foto hiernaast,  handgeschreven door een zekere IJsbrand. Het was een pleidooi aan 'beste VW Golf rijder(s)' om te denken om koolmeesjes, die mogelijk een jong hadden onder de motorkap ergens bij het linker voorwiel. Dat kan best, koolmezen maken nesten op de raarste plekken.

,,Wellicht dat u hier rekening mee kunt houden'', schrijft IJsbrand.

Ik had het briefje gefotografeerd en op Facebook gezet en in hoog tempo vonden mensen het leuk.

Actiejournalist Willem Groeneveld vroeg of hij hem mocht lenen voor Suksawat en wees erop dat hij een keer een halve fietsenstalling heeft afgezet omdat koolmezen een nest hadden gemaakt in een fietstas.

,,Je bent een grote vriendelijke reus'', schreef ik hem.

,,Niet te hard zeggen'', schreef hij terug. ,,Slecht voor mijn imago.''

Ik zocht het even op, het duurt 16 tot 23 dagen voor een jonge koolmees het ouderlijk nest verlaat. Of VW Golf rijder(s) zolang kan wachten weten we niet.

Vandaar dat ik zonet nog eens naar de Golf liep, om te kijken hoe het ervoor stond. Het briefje is weg, de foto bovenaan bewijst het. Er zit wel vogelpoep op de motorkap, maar dat zegt niks.

Waar de vogels zijn weet ik niet. We houden het erop dat ze slapen.

(naschrift)

Vandaag, woensdag, liep ik er weer even langs. De VW Golf stond er niet meer. Er lagen ook geen kleine koolmeeskarkasjes.



maandag 9 mei 2016

Everybody has a hat head


De mooiste winkel die we in Miami Beach tegenkwamen was de hoedenzaak van Goorin Bros, een bedrijf dat al in 1895 in Pittsburgh is opgericht door hoedenmaker Cassel Goorin en dat nog steeds bestaat, ondanks dat weinig mensen een hoed dragen. Er zijn, las ik, dertig van zulke winkels in de VS en Canada.

De man die ons de eerste avond aansprak droeg een soort porkpie-hat (zo'n platte ronde, net als Buster Keaton en Walter White, maar dan met een veertje erin) en ik vroeg of je om hier te werken een hoedenhoofd moet hebben.

,,Everybody has a hat head'', zei de man resoluut.

Omdat het waar is heb ik er twee dagen later een zomerhoed gekocht. Op de selfie hiernaast ben ik hem aan het passen. Ik ben er zeer tevreden over, sinds een paar dagen is het weer in Nederland goed genoeg voor een zomerhoed.

Het is dan ook een echte Goorin Bros, designed in San Francisco, made in China.

(De foto boven is gemaakt door Rita. Matthijs, die naast me staat, kocht geen hoed, maar wel een pet met het logo van een Amerikaanse sportclub erop, in weer een andere winkel).


donderdag 5 mei 2016

Magnesium moet branden



In de tuin bij Chris en Wies brandde een houtvuurtje, dus daar was gisteravond uitstekend te wezen. Maar de drie zoons waren ook thuis, wegens vakantie,  en op tafel lag een staaf magnesium waar een stuk ijzerdraad uit stak als een handvat.

,,Die gaan we in de fik steken'', kondigden de drie voortdurend aan als het gesprek even inzakte.

,,Nee dat doen we niet, we zitten hier lekker zo'', zei hun moeder dan en hun vader deed af en toe een duit in het zakje. ,,Dat ding blijft daar liggen.''

Kort en goed: na een tijdje stak Vincent die staaf in het vuur, terwijl Matthijs vanaf zijn telefoon getallen voorlas over het smeltpunt en het brandpunt van magnesium. ,,922 graden, oh nee, dat is Kelvin, 650 graden.''

Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik ook heb meegewerkt, door te melden dat het boven het schoorsteentje van die brandpot het wel het heetst zou zijn. Toen Vincent het daarboven hield begon het al snel te druipen en fel, spierwit licht te geven, zie het filmpje.

Magnesium kan branden, en niet alleen dat: magnesium moet branden.

zondag 1 mei 2016

1940. 1940.

Dit is Benno Troostwijk, geboren op 1 januari 1927 in een huis op Bij de Put. Hij opende vanmiddag de Open Joodse Huizen in Leeuwarden: je mocht een paar huizen binnen op Bij de Put, wat vroeger het centrum van de joodse buurt was. Je kon daar op zondag boodschappen doen, vertelde mem wel eens, wat vaak een uitkomst was.

Naast die huizen kon je ook in de voormalige synagoge (nu dansschool Saco Velt), in de huidige synagoge (vroeger de kosterswoning), in de voormalige dansschool Terpsichore (nu het huis van mijn buren) en de joodse school, bij mij op de hoek.

Troostwijk heeft er zelf nog op school gezeten. Zo'n joodse school, daar ging je drie keer in de week heen naast de gewone lagere school, begreep ik, ondermeer om Hebreeuws te leren. Al voetbalde hij liever, Troostwijk had er toch goede herinneringen aan.

Naast hem was een klassenfoto opgehangen en hij liet ons raden waar hij stond. Uiteindelijk wees hij het aan, een man met krullen links in de achterste rij. We hadden het allemaal mis.

Hij wees ook een vrouw aan, verderop in die rij. ,,Dat is mijn zuster'', zei hij. ,,Die is gedeporteerd.''

Eerst vertelde hij over de leuke tijd op school, en over zichzelf, en over hoe goed hij vroeger was in het onthouden van jaartallen.

Toen zei hij: ,,1940'', en herhaalde dat een beetje zuchtend: ,,1940.''

Hij vertelde er nogal nuchter over. In het begin ging het nog, toen kwamen de verboden voor joden-bordjes bij het Vossepark, de Prinsentuin en andere parken, toen mochten ze niet meer bij mensen thuis komen en de klas verkleinde ook voortdurend. Mensen werden gedeporteerd, of ze doken onder.   ,,Ik heb ze allemaal gekend en mee op school gezeten'', zei hij.

In februari 1943 stopte het joodse onderwijs. ,,Het schrijnt wel, als je die klassenfoto ziet'', zei hij en vroeg een minuut stilte.

We konden hem van alles vragen, of hij het naar vond om met een jodenster op zijn jas te lopen (niet echt), of Leeuwarden voor die tijd erg antisemitisch was (hij had er als kleine jongen nooit iets van gemerkt).

Heel exclusief, overigens: het Joodse kerkhof, waar je normaal niet op komt omdat er een stevig hek voorstaat en er rondom een brede sloot ligt, was ook opengesteld.