vrijdag 10 oktober 2003

Laibach



Laibach is de Duitse naam voor Ljubljana, en het is ook de naam van een Joegoslavische band die zich op platenhoezen graag in uniformen hult, in het Duits zingt op een soort heavy-marsmuziek en in het algemeen dus lekker fout is.

Gisteren waren ze in Tilburg, in popcentrum 013, en zo'n buitenkansje moet je niet laten glippen: daar moet je snel bij zijn, voor ze het verbieden, denk ik altijd.

Nu weet ik niet zo heel veel van Laibach af, behalve dat ze een heleboel covers hebben gemaakt, maar dan vaak in het Duits. Leben Ist Leben bijvoorbeeld, van het suffe plaatje Life Is Life, Final Countdown en zelfs een keer de hele Beatles-elpee Let It Be.

Kees heeft al die platen, en ook de nieuwste, die WAT heet en waar je ook op internet stukjes van kunt horen. Die draaiden we heel luid in het busje, om vast in de stemming te raken en we dronken er blikjes bier bij. Het nummer Achtung! zit me nu ik dit schrijf nog in het hoofd.

Het publiek was anders dan ik had gedacht. Stilletjes hoop je op een soort neo-nazis of zo, met kale koppen en overal kettingen aan, maar het was een heel gewoon popconcertpubliek, van alles door elkaar, met overheersende kledingkleur zwart. We troffen zelfs een andere Friese bezoeker, muzikant Peter Sijbenga.

Laibach is bijna lachwekkend jarendertig/veertig Duits: ze vertonen filmbeelden die zo uit een stomme zwartwitfilm gehaald lijken, ze staan in het zwart op het podium, de zanger staat voor het publiek alsof hij ze bevelen geeft, en er is veel rook en strakke muziek. Op het doek verschijnen woorden als ACHTUNG! of DEMOKRATIE of ANARCHISMUS. Aan weerszijden van het podium stonden twee meisjes in zwarte pakjes - kruising tussen Heidi en Lara Croft - strak mee te drummen, als marcherende dansmariekes.

De zanger, met een Toet-ach-amonachtige zwarte lap om het hoofd en een zwart leren slagersschort voor, maakte als je wat beter naar hem keek haast een verlegen indruk, of hij toneel stond te spelen maar zich er niet helemaal in gooide. ,,Het is ook vast heel vervelend'', meende Kees, ,,als je altijd in Duitsland elke keer van die neonazis in de zaal hebt, en je zelf zo'n rol moet spelen. Misschien heeft hij er wel een beetje tabak van.''



Het was, al met al, wel een belevenis, al had het wel een stuk erger en agressiever gekund.

Na afloop en toen we alle muntjes in bier hadden omgezet, haalden we een snack bij een frituur in de buurt, waar een oudere Antiliaanse heer met een kettinkje - Henny - de baas was. ,,Ik ben niet de baas, dat is mijn vrouw'', zei Henny toen ik het hem vroeg. Waarna hij me alles vertelde over werken, het hebben van een eigen bedrijf en het koesteren van toekomstwensen. ,,Ik hoef niet naar een tropisch eiland later, want daar kom ik al vandaan.''

Jaap, die een exclusievere smaak heeft, kocht bij Henny een garnalenkroket. Onderweg terug hoefde hij geen bier meer en viel hij in het busje in slaap. Als Hidzer een hobbeltje in de weg wat hard nam, bonkte Jaap zijn hoofd tegen het raam zonder dat hij wakker werd. Toen we ergens stopten, kwam de complete garnalenkroket en nog wat weer naar buiten.