dinsdag 28 augustus 2007

De moed



Gisteren kwam er een dominee de ziekenzaal binnen waar pa ligt. Niet voor pa (die heeft daar niks mee) maar voor de man aan de overkant, een oude heer die er altijd netjes uitziet, grijs, achterover gekamd haar, bril, een broek met brede bretels. Hij spreekt tegen iedereen Fries.


,,Ik kwam eens kijken hoe het met u gaat'', begon de dominee, een jonge man in een streepjespak met een klein bijbeltje in zijn hand, die liep alsof hij wilde dat hij onzichtbaar was. Onprettig werk lijkt me dat, want vorige week zijn bij die oude heer uitzaaiingen vastgesteld waar weinig meer aan te doen is.

Hoewel ik met pa bleef praten, ving ik flarden op van het gesprek. Over hoe het nu was, hoeveel kinderen er waren, hoe oud hij eigenlijk was, en of hij het wel volhield. Dominee moest de vragen vaak herhalen, de oude heer is wat hardhorend, hij gaf zelf vrij luid antwoord, in het Nederlands ditmaal. Allemaal nuchtere gemeenplaatsen als ,,het gaat zoals het gaat''. Ja, ja, zei de dominee dan, zo is het.

Toen de man zei dat hij het best volhield zo, probeerde de dominee daarop in te gaan. Of de zieke ook moed putte uit zijn geloof, wilde hij weten.

,,Wat?'', vroeg de man.

Of hij moed putte uit het geloof, herhaalde de dominee.

Nee, de man reedde zich zo wel, dat was allemaal niet nodig.

Het ging een minuut of tien door, de bijbel kwam niet open en de dominee nam afscheid met een ,,ik hoop dat we dit gesprek nog eens voort kunnen zetten''. Hij vertrok met een korte groet onze kant op.

Hij was de deur nog niet uit of de overbuurman keek ons aan. ,,Die hebben mijn kinderen op me afgestuurd'', zei hij. Als vanouds in het Fries.