dinsdag 10 juni 2008

Hij is zo knap, hij is zo mooi



In de Ierse pub in Antwerpen waar ik de voetbalwedstrijd Nederland-Italie keek, zat een man met een Italieshirt, tussen heel veel Nederlanders met oranje shirts, veel kabaal en een toeter die overal bovenuit kwam. Voor zo'n Italiefan moet dat naar zijn, zeker als er voor de pauze al twee Nederlandse doelpunten gemaakt worden.

,,Dat eerste doelpunt was eigenlijk buitenspel'', zei de Italiaan in de pauze. Hij was gewoon een Vlaming.

,,Die Italiefan zegt dat dat doelpunt van Van Nistelrooy eigenlijk buitenspel was'', zei ik tegen de man met de toeter.

,,Ja duidelijk'', beaamde de toeteraar. ,,Maar de Italianen hebben altijd zoveel voordeeltjes gehad, nu mogen wij ook wel eens.''



Afgezien van de toeteraar was het gezelschap in de Ierse pub heel rustig. Tuurlijk werd er ,,Oeh'' geroepen als er bijna een Italiaans doelpunt werd gemaakt en bij de Nederlandse doelpunten werd gejuicht, maar verder bleef het kalm. Registeraccountants op vakantie, daar had ik de meesten op.



Op de Groenmarkt was weinig te merken van de Oranje-overwinning, al waren er bij de pizzeria's op de hoek wat discussies tussen Nederlanders en het pizzeriapersoneel. ,,Het was geen buitenspel'', hoorde ik een oudere heer met een oranje kralenketting om zeggen. Zijn vrouw stond ernaast te knikken. Voor de kathedraal schopte iemand tegen een bal, verderop op een terras stond de televisie luid aan, met een Duitstalige analyse van de zojuist gespeelde wedstrijd.



Maar toen passeerde ik de Lawine, vlakbij het stadhuis. Een apresskibar die helemaal oranje was versierd met vlaggetjes, vloerbedekking en kleedjes op de terrastafel. Het Wilhelmus met een beat eronder denderde naar buiten, gevolgd door Andre Hazes en een lied met de tekst: ,,Hij is zo knap, hij is zo mooi, ja hij is Ruud van Nistelrooy.''



Het publiek was ook grotendeels in oranje. Zo stond er op de stoep een forse oranje man, met een oranje kind in een wandelwagen blij met een biertje te zwaaien. Nergens was de oranje moeder te bekennen.

,,Bent u niet blij?'', vroeg hij.

,,Dat eerste doelpunt was buitenspel'', zei ik, want ik hou wel van glad ijs.

,,Wat geeft dat'', zei de oranje man. ,,Anders was het nog 2-0 geweest!''







Het was duidelijk: hier had ik eigenlijk moeten kijken, tussen de oranje slingers en pruiken. Er gingen de hele tijd meters bier heen en weer, en ik kreeg een biertje van de barman, die me vermoedelijk voor een persfotograaf hield.

Een paar mensen hadden de eindstand op hun T-shirt geschreven, maar met balpen, zodat er niks van te lezen was.

,,Ik heb wel een viltstift bij me, voor textiel'', zei ik tegen een jongen uit Zwolle, die me net had uitgelegd dat het helemaal geen buitenspel was, dat eerste doelpunt. Die viltstift is nog van ons bezoek aan Jopie Heesters, maar dit terzijde.



De Zwollenaar ging meteen aan de gang met het T-shirt van een maat. Dadelijk meldde zich een meisje, dat al gehoord dat hier een echte viltstift was. Mensen zijn soms slecht op deze dingen voorbereid.



De Zwollenaar durfde ook nog een voorspelling aan: als Nederland over twee weken tegen Frankrijk speelt, winnen ze met 5-0.

,,Je bent gek'', zei ik. Niet dat ik er verstand van heb, maar dit klinkt buitensporig.

,,Nee hoor, echt waar'', hield hij vol en schreef het meteen op het T-shirt van een vriend, die er eigenlijk niet meer tekst op wilde omdat er nog andere wedstrijden komen.

,,Als Nederland-Frankrijk straks gespeeld wordt, zul je hier nog aan denken'', zei de Zwollenaar. ,,Dit is een primeur.''