zondag 31 mei 2009

De helft van het leven





Voor de echte Cambuursupporter maakt het zo te zien niet veel uit of hij naar levende voetballers kijkt of naar een reuzentelevisiescherm op het veld. De eigenlijke wedstrijd was vanmiddag in Kerkrade, maar de Noordtribune in Leeuwarden kolkte evengoed, rondvliegende bekers bier sproeiden over de hoofden en toen Cambuur onterecht een rode kaart kreeg, gingen er massaal middelvingers omhoog.

Ook wordt er de hele tijd gezongen. Ik zong mee, want ik zat er middenin en zo vaak krijg je niet de kans om uit volle borst te brullen. Aan het eind draaiden ze 'We are the champions', wat ook werd meegezongen terwijl het helemaal niet zo'n geschikte meegalmer is. Freddy Mercury gaat steeds wat omhoog, want zo'n ongeschoolde tribune hem niet nadoet.

Toen Cambuur 1-1 maakte, viel mijn buurman me om de hals en begon met mij op en neer te springen. Sport verbroedert, kortom, zolang je tenminste allemaal voor dezelfde club bent. (Het plaatje hieronder is een combi van een paar beelden uit een Youtube-filmpje. Spot the blogger.)



Bij de uitgang viel me een andere man om de hals, die zijn zoontje bij zich had, een krullebol van een jaar of tien.

,,Hoe fonst ut?'' wilde hij van ons weten.

Mooie wedstrijd, spannend tot het einde, zei ik.

Daarna begon hij, half op mijn schouder hangend en met een stevige bierlucht op de adem, de wedstrijd te analyseren. ,,Ik ben su dronken als een kut'', bekende hij halverwege.

In zijn geestdrift en door het bier kwam hij niet goed uit zijn woorden, maar termen als rode kaart en promotie keerden steeds terug.

,,Ik moet plassen'', zei het zoontje.

,,Nou gaan dan te plassen'', zei de vader, die net middenin een zin zat.

,,Maar dat kan hier niet'', zei het zoontje.

Vader ging door met de doldrieste analyse. ,,Donderdag weer!'', zei hij. ,,Dat winnen ze! 1-0!''

Woensdag, verbeterde ik. Zoveel weet ik er dan nog wel van.

,,Gaan we daar heen pappa?'', vroeg het zoontje

Pappa knipoogde naar ons en zei: ,,Daar kopen we geen kaartjes voor hoor, deze keer. We slaan maar eens over.''

,,Maar pappa'', zei het zoontje verbaasd. ,,Voetbal is toch je halve leven?''

Toen liepen zes politiemannen het stadion in, gevolgd door burgemeester Ferd Crone met een Cambuursjaaltje om. Hij keek zorgelijk. Het werd tijd om te vertrekken en het zoontje moest tenslotte ook plassen.