maandag 10 augustus 2015

Triumph des Willens


Zaterdagavond stond ik op het feestje van Jan van der Belt te praten met een studiegenoot van hem, ook econoom dus. De man was dolenthousiast over motoren, vooral oude Engelse. Daar weet ik zo goed als niks van, maar hij vertelde geestdriftig en zei het woord 'motor' bovendien net zo mooi Nedersaksisch als Bennie Jolink in Oerend hard of Andy Vrielink in Andy, Bloed en Blond Haar.

Over twee merken was hij vooral enthousiast: de Ariel, die hij zelf had gehad, en de Vincent, waar je wel anderhalve ton voor betaalt.

,,Is dat de motor waarop Lawrence of Arabia zich heeft doodgereden?", vroeg ik. Want dat is tenslotte ok een oude Engelse motor, het gebeurde al in 1935. Dat wist hij niet, ik googelde het en vond uit dat dat een Brough Superior was. Daar bezat T. E. Lawrence maar liefst acht van.

Later begon de motorman over Jurassic World, waarin de hoofdpersoon met een motor ontsnapt aan de Indominus Rex, een speciaal gefokt soort bastaarddino.

,,Daar haakte ik helemaal af", zei hij. ,,Hij rijdt op een Triumph! En hij trapt hem in een keer aan. Een Triumph! Je staat minstens zeven keer te trappen voor die het doet. In het echt was hij al zes keer opgegeten door die dinosaurus."

(Mijn column gaat vandaag over deze motorman, en deze filmweetjes kon ik daar niet meer in kwijt, vandaar)